Maria de Jong-de Kruijf: ‘Niet te snel grijpen naar gesloten jeugdhulp als laatste redmiddel’
Op 7 maart 2019 promoveert Maria de Jong op een onderzoek naar de externe rechtspositie van kinderen in gesloten jeugdhulp.
De overheid mag kinderen onder voorwaarden van hun vrijheid ontnemen met als doel ze op te voeden en te beschermen. In de Nederlandse context wordt deze vorm van vrijheidsberoving ‘gesloten jeugdhulp’ genoemd, geregeld in de Jeugdwet. Momenteel is de aandacht voor deze thematiek bovengemiddeld, onder meer vanwege de 21-jarige Jason die regelmatig in het nieuws was om over zijn situatie te spreken.
Grootste uitdaging
In het onderzoek van De Jong-de Kruijf zijn 586 rechterlijke uitspraken over een periode van 10 jaar (2008-2017) geanalyseerd. Hieruit blijkt dat een plaatsing vaak gebaseerd is op het inzetten van acute hulp in een situatie waarin niets anders mogelijk lijkt te zijn. Doorgaans wordt daarbij onvoldoende gekeken naar het doel van deze plaatsing en de vrijheidsbeperkingen die dit met zich meebrengt. ‘In combinatie met zorgen over de veiligheid binnen accommodaties voor gesloten jeugdhulp, ligt hier de grootste uitdaging voor de praktijk in de komende jaren’, aldus de promovenda.
In dit onderzoek komen 23 kinderen aan het woord die te maken kregen met een gesloten uithuisplaatsing. ‘Kun jezelf uitleggen waarom je gesloten bent geplaatst? Hoe ervaar je de geslotenheid van de plaatsing, enzovoort’. Deze interviews zijn uitgewerkt in het proefschrift. Met dit onderzoek is beoogd om een kinder- en mensenrechtentoetsingskader op te stellen, waaraan de Nederlandse wet en de toepassing daarvan getoetst kan worden. Tevens biedt het onderzoek inzicht in 200 jaar historie van de legitimatie van gesloten uithuisplaatsingen.
Aanbevelingen
Uit het onderzoek blijkt dat de legitimiteit van de – op grote schaal toegepaste – gesloten jeugdhulp onder druk staat, met name omdat het nogal eens ontbreekt aan passende zorg. Verschillende aanbevelingen worden gedaan om de legitimiteit van gesloten uithuisplaatsingen te verbeteren, onder meer door middel van vernieuwing en verdieping van het juridische toetsingskader, verkorting van de maximale duur van een gesloten plaatsing en het bieden van meer keuzevrijheid aan de kinderrechter.
De Jong-de Kruijf: ‘Op dit moment is er veel aandacht voor de gesloten jeugdhulp. Ik hoop dat dit een momentum is om werk te maken van serieuze verbeteringen voor jongeren die gebaat zijn bij een specialistische behandeling. Gesloten jeugdhulp mag dan niet de enige overgebleven keuze zijn.’
In deze blog licht Maria de Jong-de Kruijf haar onderzoek nader toe.